Regelingen


Een cv-regeling stuurt het verwarmingstoestel (bijvoorbeeld cv-ketel of warmtepomp ) van de centrale verwarming, zodat de woning of het gebouw tot de gewenste temperatuur verwarmd wordt.


Voor het regelen van de temperatuur in een woning of gebouw zijn verschillende regelstrategieën te gebruiken. Doorgaans zijn deze gebaseerd op ruimtetemperatuurregeling of weersafhankelijke regeling. Combinaties van beide zijn ook mogelijk.


De uitvoering van de regeling kan zeer verschillen en kan door middel van elektromechanische- of elektronische regelaar, aan/uit-regelaar, regelaar zonder of met klokprogramma, modulerende of digitaal modulerende regelaar.


Kamerthermostaat


In Nederland wordt de kamerthermostaat (ook wel ruimtethermostaat of ruimteregelaar of aan/uit regelaar) het meest toegepast als basis voor de temperatuurregeling van de woning. Een kamerthermostaat werkt als een schakelaar: hij schakelt het verwarmingstoestel aan of uit. Wanneer de ruimtetemperatuur hoger is dan de ingestelde temperatuur schakelt de kamerthermostaat uit en wanneer de ruimtetemperatuur onder de ingestelde temperatuur is schakelt de kamerthermostaat aan. De kamerthermostaat wordt geplaatst in de ruimte waar de gemeten temperatuur representatief is voor de hele woning, of in de ruimte waar men het meest verblijft. Voordeel De referentieruimte wordt comfortabel verwarmd. Nadeel De referentieruimte is leidend voor de overige ruimten, deze zijn afhankelijk van de temperatuur in de referentieruimte ( de referenteiruimte is dus leidend voor de temperatuur in de gehele woning).


Naregeling


Een voorbeeld van naregeling is een radiator, uitgerust met een thermostatische radiatorafsluiter. Naregeling is geen regeling op zich maar wordt bijvoorbeeld gebruikt in combinatie met ruimteregeling of weersafhankelijke regeling. Een thermostatische radiatorafsluiter regelt de doorstroming van een radiator. Bij ruimtetemperaturen hoger dan de ingestelde temperatuur op de afsluiter sluit de afsluiter, waardoor er minder tot geen warm water in de radiator komt. Wanneer de temperatuur te laag is gaat de afsluiter weer open. De naregeling is afhankelijk van de door het systeem aangevoerde cv-watertemperatuur. Het is niet de naregeling die het verwarmingstoestel aanstuurt. Hierdoor kan het zijn dat wanneer de thermostatische radiatorafsluiter wordt geopend de radiator niet of niet direct warm wordt. Naregeling is noodzakelijk bij weersafhankelijk regelen. Bij ruimteregeling is het economisch naregeling te gebruiken in ruimten die anders te warm worden, bijvoorbeeld de badkamer, slaap/studeerkamers, bijkeukens etc. Naregeling wordt ook vaak gebruikt om een ruimte vorstvrij te houden (de thermostatische radiatorafsluiter heeft dan een vorstvrijstand).


Weersafhankelijk regelen


Bij een ingeschakelde kamerthermostaat zal het verwarmingstoestel blijven verwarmen totdat het cv-water de regeltemperatuur van het verwarmingstoestel heeft bereikt, in Nederland of Belgie doorgaans 90C. In het verwarmingstoestel stelt men deze temperatuur in met behulp van de toestelregelthermostaat. Voordat er modulerende regelingen gebruikt werden, werd geadviseerd de regelthermostaat van het verwarmingstoestel in het voorjaar lager in te stellen. De woning wordt dan met een lagere cv-watertemperatuur verwarmd. Hoe lager de ingestelde cv-watertemperatuur is, hoe minder energie er verloren gaat. In het najaar werd geadviseerd de regelthermostaat van het verwarmingstoestel weer op een hoge temperatuur te zetten, zodat de woning voldoende verwarmd wordt. Met behulp van een buitentemperatuuropnemer kan men dit proces automatiseren. De cv-temperatuur wordt dan verlaagd bij hoge buitentemperaturen en verhoogd bij lage buitentemperaturen. Dit is de basis voor weersafhankelijk regelen.


Modulerende regeling


De gewone kamerthermostaat schakelt het verwarmingstoestel aan en uit en heeft geen invloed op de ingestelde cv-watertemperatuur of het geleverde vermogen van het verwarmingstoestel. Een modulerende regeling kan meestal eenn van beide, soms ook allebei. Modulerend aansturen kan met behulp van een analoog signaal of met behulp van digitale communicatie. (bijvoorbeeld via communicatie tussen de regelaar en het verwarmingstoestel via OpenTherm-protocol). Met behulp van digitale communicatie kan ook informatie uit het verwarmingstoestel getoond worden (buitentemperatuur, warmwater gebruik, e.d.) en kan de regeling worden afgestemd op gegevens uit het verwarmingstoestel (bijvoorbeeld verloop van temperaturen in het cv-systeem). Een modulerende regeling kan ruimtegeregeld zijn, maar ook weersafhankelijk.


Zoneregeling


Verschillende temperatuurzones in het huis zijn te creeren met behulp van een weersafhankelijke regelaar en na regeling. Een zoneregeling gaat verder. Om elke zone zijn eigen programma te geven grijpt de zoneregeling in op de thermostatische radiatorafsluiters. Deze zijn voorzien van een eigen programma, of worden (draadloos) door een centrale zoneregelaar voorzien van een programma. Het verwarmingstoestel maakt 1 cv-watertemperatuur voor alle zones. Deze cv-watertemperatuur is gebaseerd op een stooklijn. Een goede zoneregelaar is in staat het verwarmingstoestel uit te schakelen wanneer geen van de zones warmte nodig heeft.